Voorjaarsnota 2023

Voorgestelde wijzigingen in de BOR en DSR

Nieuwsgierig

Benieuwd naar hoe we jouw bedrijf op notarieel en juridisch vlak kunnen bijstaan? Neem contact op met een van onze juristen voor een eerste gesprek.

De minister van Financiën heeft namens het kabinet in de Voorjaarsnota 2023 een aantal maatregelen voorgesteld met betrekking tot het aanpassen van de bedrijfsopvolgingsregeling voor de schenk- en erfbelasting (BOR) en de doorschuifregelingen (DSR) in de inkomstenbelasting.

Na een algemeen kader over de BOR, zetten wij de hoofdpunten voor u op een rij.

BOR en DSR
In de Voorjaarsnota 2023 wordt vooropgesteld dat het doel van de BOR is om te voorkomen dat de continuïteit van een onderneming in gevaar komt als gevolg van onvoldoende middelen om de schenk- en erfbelasting te voldoen. Deze belastingheffing kan volgens de huidige wettelijke regeling worden voorkomen dan wel worden gematigd door gebruik te maken van de BOR. Er geldt namelijk een vrijstelling van 100% tot een ondernemingsvermogen van € 1.205.871 (2023). Boven deze waarde geldt er een vrijstelling van 83%. Deze vrijstelling geldt voor de gehele onderneming. Voor de resterende 17% schenk- of erfbelasting kan 10 jaar uitstel van betaling worden aangevraagd.

Voor een succesvol beroep op toepassing van de BOR is wel vereist dat er wordt voldaan aan de volgende drie voorwaarden. De DSR (met vergelijkbare voorwaarden) faciliteert de bedrijfsoverdracht of de bedrijfsovergang ten aanzien van de inkomstenbelasting.

Ondernemingseis. Alleen ondernemingsvermogen komt in aanmerking voor de BOR. Hierbij geldt een doelmatigheidsmarge voor beleggingsvermogen van 5% van het ondernemingsvermogen.

Bezitseis. De schenker dan wel erflater, moet voorafgaand aan de schenking dan wel het overlijden, gedurende een periode van respectievelijk vijf dan wel één jaar ondernemer dan wel aandeelhouder zijn geweest.

Voortzettingseis. De bedrijfsopvolger moet de onderneming na de overdracht ten minste vijf jaar voortzetten.

De voorwaarden van de DSR en de BOR hebben tot doel dat er sprake is van een reële bedrijfsopvolging. Er wordt tevens gesteld dat de BOR ook verleend wordt aan de verkrijgers en erfgenamen voor wie de vrijstelling niet noodzakelijk is om een bedrijfsoverdracht mogelijk te maken. Het kabinet heeft eerder al aangekondigd dat de BOR en de DSR aangepast moeten worden. Over deze aanpassing zal de Tweede Kamer eind juni nader worden geïnformeerd. Vooruitlopend hierop, staan in de Voorjaarsnota 2023 al een aantal fiscale maatregelen genoemd met betrekking tot de BOR en de DSR.

Aangekondigde wijzigingen

De volgende wijzigingen zijn nu aangekondigd:

  1. De vrijstelling in de BOR wordt vanaf 2025 100% van de goingconcernwaarde van de onderneming tot
    € 1,5 miljoen (nu € 1,2 miljoen) en 70% (nu 83%) over het meerdere.
  2. De bezits- en voortzettingseis (2&3) voor de BOR worden versoepeld, denk hierbij aan het herstructureren van de onderneming.
  3. In de DSR vervalt de dienstbetrekkingseis.
  4. Aanpak van het oneigenlijk gebruik van de BOR. Het kabinet noemt als voorbeeld het in zicht van overlijden omzetten van grote vermogens in ondernemingsvermogen, zonder reële bedrijfsoverdracht (rollatorinvesteringen). Mogelijk wordt dit aangepakt door een langere bezits- en voortzettingstermijn vanaf hoge leeftijd en een antimisbruikbepaling.
  5. De doelmatigheidsmarge (1) van 5% wordt afgeschaft. Hierdoor wordt een deel van het beleggingsvermogen niet meer aangemerkt als ondernemingsvermogen.
  6. Bedrijfsmiddelen die ook buiten de onderneming worden gebruikt (keuzevermogen), kwalificeren slechts voor de BOR en de DSR voor zover deze daadwerkelijk in de onderneming worden gebruikt.
  7. Toegang tot de BOR en de DSR wordt beperkt tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5%. De faciliteiten blijven wel gelden voor preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging zijn uitgegeven en de huidige verwateringsregeling blijft ook bestaan.
  8. Vanaf 2024 worden aan derden verhuurde onroerende zaken standaard aangemerkt als beleggingsvermogen in de BOR en de DSR. Ondernemingsgewijze exploitatie van vastgoed zal hierdoor niet langer als onderneming kwalificeren.

 

Op dit moment loopt er een vervolgonderzoek naar de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten, het kabinet zal de Tweede Kamer eind juni 2023 (tot op heden niet) informeren over de uitkomsten hiervan. Deze maatregelen zullen inhoudelijk worden toegelicht, ook ten aanzien van de inwerkingtreding.

 

20221011-gvg-sfeer-def-5

Actueel

Digitaal oprichten van een B.V.

Een nieuwe B.V. oprichten vanachter je eigen bureau

Daar zouden ondernemers veel tijd mee kunnen besparen, nietwaar? …
Partner van generaties
Vestigingen

Gemert

Uden

Deurne

Social Media